Te voet gaan heeft tal van voordelen, zowel op persoonlijk als op maatschappelijk vlak. Wie investeert in voetgangers, werkt onlosmakelijk ook aan heel wat andere uitdagingen op verschillende domeinen. We geven hieronder alvast 8 goede redenen om vaker te stappen en de voetganger expliciet op te nemen in beleidsplannen.
1. Te voet gaan is gezond
Door te bewegen voelen we ons beter, zowel lichamelijk als mentaal. Toch zitten we met z’n allen veel te vaak stil, van jongs af aan. Wandelen is een heel toegankelijke vorm van beweging en is gemakkelijk op te nemen in ons dagelijks leven. Regelmatig stappen verbetert je conditie, verlaagt de bloeddruk en cholesterol en vermindert het risico op ziektes zoals diabetes of alzheimer. Wandelen zorgt voor endorfine, waardoor we ons goed gaan voelen. Beweging, frisse lucht en verandering van omgeving kunnen helpen bovendien tegen stress, depressieve gevoelens of vermoeidheid.
2. Te voet gaan maakt je creatiever
Een korte wandeling stimuleert je hersenen en zorgt ervoor dat je frisser en geconcentreerder kan werken. wandelen heeft positieve effecten op je gehoor, gezichtsvermogen, alertheid, reactiesnelheid en je geheugen. Ook de omgeving waarin je wandelt kan inspirerend werken. Dus, geen concentratie meer tijdens het studeren, inspiratieloos of last van een middagdipje tijdens het werk? Ga even wandelen!
3. Investeren in voetgangers zorgt voor kwaliteitsvolle publieke ruimte
In het centrum van steden en gemeenten is te voet gaan de ideale manier om je te verplaatsen. Veel bestemmingen liggen er op wandelafstand van elkaar. Het stimuleren van te voet gaan biedt diverse voordelen: minder behoefte aan ruimte voor gemotoriseerd verkeer, parkeerplaatsen of fietsenstallingen, een lagere CO2-uitstoot en minder verkeerslawaai en -onveiligheid. Bovendien zorgen voetgangers voor leven op straat.
Het bevorderen van te voet gaan, gaat verder dan de kwaliteit van voetpaden en oversteekplaatsen. Ook zit- en ontmoetingsruimten, groenvoorzieningen, schone lucht en een goede aansluiting op het openbaar vervoer kunnen mensen aanmoedigen om langer en verder te wandelen. Een goed voetgangersbeleid raakt daardoor aan veel andere belangrijke doelstellingen zoals een sterkere lokale economie, meer groen en verkoeling in de stad, minder eenzaamheid en sociale ongelijkheid, meer kindvriendelijke ruimte en nog veel meer.
4. Voetgangers brengen meer veiligheid
Infrastructuur ontworpen met het oog op voetgangers is veiliger. Brede en effen voetpaden waar mensen ruimte hebben en niet struikelen over losse tegels; Kortere oversteekplaatsen die duidelijk aangegeven zijn en waar men niet lang moet wachten om over te steken; Minder en langzamer gemotoriseerd verkeer; Voetgangerszones in straten en op pleinen waar kinderen kunnen spelen; Enzovoort. Het draagt allemaal bij aan verkeersveiligheid en aangename ruimte om te stappen. Hierdoor neemt het aantal voetgangers toe. Door de aanwezigheid van anderen, voelen mensen zich veiliger en zorg je voor sociale controle.
5. Te voet gaan is voor iedereen
Iedereen is voetganger. Bijna elke verplaatsing begint en eindigt te voet. Investeringen in voetgangersinfrastructuur zijn dus voor iedereen nuttig. Veel mensen zijn bovendien afhankelijk van te voet gaan als enige of belangrijkste vervoerswijze. Goede voetgangersvoorzieningen en toegang tot openbaar vervoer en deelsystemen zorgen ervoor dat iedereen zich efficiënt kan verplaatsen en volwaardig kan deelnemen aan de samenleving.
Veilig te voet (en met de fiets) kunnen gaan biedt vrijheid en flexibiliteit. Niet in het minst voor kinderen en jongeren die anders afhankelijk zijn van hun ouders. Omdat wandelen geen luchtvervuiling, geluidshinder of uitstoot van broeikasgassen veroorzaakt, draagt het bovendien ook bij aan een gezondere leefomgeving voor iedereen.
6. Te voet gaan zorgt voor sociale verbondenheid
Wandelen met anderen is een sociale activiteit die toelaat om te babbelen onderweg. Wanneer mensen te voet gaan, komen ze ook anderen tegen. Het schept kansen voor informele ontmoetingen en sociale interacties en helpt eenzaamheid tegen te gaan. Het zien van bekende gezichten of het maken van een praatje met buren of passanten versterkt het gevoel van gemeenschap. Wandelen gaat trager, je hebt tijd om rond te kijken en bent meer verbonden met je omgeving. Mensen die regelmatig te voet gaan voelen vaak een grotere betrokkenheid met hun buurt.
7. Voetgangers ondersteunen de lokale economie
Voldoende parkeerplaats en autobereikbaarheid worden vaak gezien als bepalend voor het voortbestaan van lokale handel. Het aantal klanten dat te voet en met de fiets komt wordt dan weer te vaak onderschat. Voetgangersvriendelijke gebieden kunnen de aantrekkelijkheid van een buurt vergroten en meer of andere bezoekers aantrekken. Een toename van voetgangers leidt tot een hoger aantal potentiële klanten voor lokale bedrijven. Shoppers kuieren door de straten, hebben tijd om etalages te bekijken, pauzeren al eens op een terrasje. Toevallige passanten zullen sneller ergens binnen gaan wanneer ze te voet zijn dan wanneer ze met de auto of fiets langsrijden. Infrastructuur voor voetgangers draagt ook bij aan veiligheid, gezondheid, leefbaarheid, toerisme, vergroening, enzovoort. Het is van belang dat er meer onderzoek gevoerd wordt naar het economische effect van investeren in voetgangers op de verschillende domeinen.
8. Te voet gaan is een essentiële schakel naar duurzame mobiliteit
In de transitie naar een duurzame en goed georganiseerde mobiliteit vormt te voet gaan een essentiële schakel. Voor kortere verplaatsingen is het de ideale verplaatsingsmethode die absoluut gestimuleerd moet worden. Voor langere verplaatsingen vormt stappen de flexibele schakel voor, na en tussen de verschillende vervoersmiddelen. Goede en efficiënte voetgangersinfrastructuur rond treinstations, randparkings, fietsenstallingen, OV-haltes, Hoppinpunten, verdeelpunten voor deelfietsen en -wagens trekken meer gebruikers aan en zijn noodzakelijk om ervoor te zorgen dat deze diensten zo goed mogelijk verbonden zijn met elkaar en met stads- en dorpscentra. Een buurt met allerlei voorzieningen op wandelafstand vermindert de noodzaak voor verre verplaatsingen, waardoor de druk op het mobiliteitssysteem afneemt. In het STOP-principe staat stappen terecht op de eerste plaats. De praktijk moet deze visie weerspiegelen.