Sneeuw, ijs en (herfst)bladeren kunnen voetpaden gevaarlijk en moeilijk begaanbaar maken. Op de spoeddiensten komen dan geregeld mensen binnen die uitgleden en vielen. Onder een laag sneeuw of bladeren merk je bovendien ook minder snel niveauverschillen op zoals losse tegels, stoepranden, traptreden of boomwortels waardoor je kan struikelen. Zeker voor ouderen brengt dit veel risico’s met zich mee.
Voor blinde en slechtziende personen wordt het moeilijker om de ondergrond en geleidelijnen te voelen of de looproute te herkennen door het verlies aan contrast. Ook geleidehonden hebben dan meer moeite met het vinden van zebrapaden of voetpaden. Maar ook voor heel wat andere mensen kunnen deze weersomstandigheden ervoor zorgen dat ze niet te voet naar buiten kunnen. Om te vermijden dat mensen thuis vastzitten, vallen of noodgedwongen op het fietspad of de rijbaan moeten wandelen, is het belangrijk om de voetpaden vrij te maken van sneeuw, ijs of bladeren. De maatschappelijke kosten bij valongelukken lopen vaak hoger op dan de kosten voor sneeuwruimen.
Wie moet de voetpaden vrijhouden?
Momenteel leggen gemeenten de verantwoordelijkheid veelal bij de burger via een passage in het politie- of GAS-reglement. Wie dit niet doet, riskeert een boete. Valt er iemand op een glad voetpad grenzend aan jouw eigendom? Dan kan je hiervoor aansprakelijk gesteld worden.
Uitdagingen binnen de huidige regeling:
In theorie kan het voetpad vrijhouden als burgerplicht snel tot het gewenste resultaat leiden: als iedereen zijn stukje voetpad schoonmaakt, is het volledige voetgangersnetwerk in een mum van tijd weer vrij. In de praktijk zien we toch een aantal obstakels bij deze aanpak:
1. Complexe regelgeving
Welke regel in jouw gemeente geldt, lees je in het politiereglement. De formulering en de precieze regelgeving verschilt wat van gemeente tot gemeente. In sommige gemeenten worden ook herfstbladeren vernoemd in het politiereglement, in andere niet. In principe wordt iedereen geacht de wet te kennen, maar om ervoor te zorgen dat elke burger zijn/haar plicht ook daadwerkelijk opneemt is herhaaldelijke communicatie nodig via verschillende kanalen.
Bij sommige eigendommen is het niet altijd duidelijk wie juist verantwoordelijk is voor het ruimen van het voetpad. Bij appartementen ligt deze taak meestal bij de bewoners van het gelijkvloers, terwijl bij studentenwoningen doorgaans de eigenaar van het pand verantwoordelijk is. In beide gevallen kan er echter een andere regeling zijn vastgelegd in het huishoudelijk reglement. Zo kan bijvoorbeeld een conciërge, syndicus of een andere persoon aangewezen worden als verantwoordelijke. Bij een leegstaand huis of een stuk grond is de eigenaar verantwoordelijk. Hij/zij moet het voetpad zelf ruimen of iemand anders aanstellen. Ook horeca, winkels, scholen, bedrijven, … moeten zelf een goede regeling treffen.
2. Moeilijk te handhaven
In de praktijk is de regelgeving moeilijk te handhaven. Er zijn tijd en middelen nodig om systematisch controles uit te voeren en mensen aan te spreken op hun verantwoordelijkheid. Ook is het niet eenvoudig om de aansprakelijkheid te motiveren in geval van een ongeval door gladheid op het voetpad. Eerst moet onderzocht worden of de verantwoordelijke ook effectief nalatig is geweest of niet.
3. Wat als je niet thuis bent?
Ga je bijvoorbeeld op vakantie? Dan moet je eigenlijk aan iemand anders vragen om het voetpad in die tijd vrij te houden. Dit vraagt enige organisatie en een sociaal netwerk waarop je kan rekenen. Daarnaast is het voor veel huishoudens lastig om overdag snel actie te ondernemen bij sneeuwval, omdat de meeste mensen tijdens de werkuren niet thuis zijn. Veel plekken worden daardoor overdag, wanneer er veel mensen op straat zijn, niet geruimd.
4. Fysieke beperkingen
Heel wat mensen zijn fysiek niet in staat om het voetpad te ruimen. Het is voor hen niet vanzelfsprekend om steeds beroep te doen op de welwillendheid van anderen zoals buren, vrienden of familie. Minder mobiele mensen wonen trouwens vaker op het gelijkvloers, waar bij appartementen juist de eerste verantwoordelijkheid voor het (sneeuw)ruimen ligt.
In veel gemeenten is er wel een dienst beschikbaar voor mensen die fysiek niet in staat zijn om hun voetpad sneeuwvrij te maken. De procedures hiervoor verschillen echter sterk per gemeente. In sommige gevallen is de dienst gratis, terwijl er elders een kleine vergoeding wordt gevraagd. Ook de aanvraagprocedure varieert: soms volstaat een telefoontje, terwijl je in andere gevallen meerdere administratieve stappen moet doorlopen. In sommige gemeenten geldt de aanvraag voor een heel winterseizoen, terwijl je elders telkens een aanvraag moet indienen zodra het probleem zich voordoet.
5. Wat met delen van het voetgangersnetwerk die niet grenzen aan private eigendommen?
Er zijn veel delen van het voetgangersnetwerk die niet direct aan privé-eigendommen grenzen. Denk bijvoorbeeld aan voetpaden langs overheidsgebouwen of zebrapaden, die vaak op kruispunten en wegen zonder directe bebouwing liggen. Ook looproutes op pleinen of in openbare parken grenzen niet aan privé-eigendommen. Langs grotere wegen en snelwegen lopen vaak voet- en fietspaden zonder dat ze direct aan particuliere terreinen grenzen. Op deze plaatsen is het aan de overheidsinstantie die eigenaar is van de aanliggende gebouwen of gronden om voetgangerswegen toegankelijk te houden.
Meer aandacht voor voetgangers in het mobiliteitsbeleid
Bovenstaande uitdagingen zorgen ervoor dat voetgangersnetwerken vaak slecht toegankelijk en versnipperd blijven bij uitzonderlijke weersomstandigheden. De gemeente ontfermt zich over de rest van het openbaar domein en maakt daarvoor meestal een strooiplan op voor prioritaire wegen en fietspaden. Omdat men voor voetpaden vooral naar de burger kijkt, neemt de gemeente weinig initiatief om de voetgangersnetwerken vrij te maken. Er worden dan ook zelden tot nooit prioritaire voetgangersnetwerken in kaart gebracht. Net als op veel andere vlakken ontbreekt er een structurele en doelgerichte aanpak om verplaatsingen te voet te faciliteren en te stimuleren.
Veilige en toegankelijke openbare ruimtes waarborgen is een kerntaak van de overheid. We vragen daarom dat wegbeheerders een prioriteitenplan opmaken voor voetgangersnetwerken en zelf actief werken aan het vrijhouden ervan. Zij kunnen dit professioneler en consistenter uitvoeren. Waar nodig schakelen ze voor de rest van het voetgangersnetwerk de hulp van burgers in via herhaaldelijke communicatie, vrijwilligers en mobiliserende campagnes.
Wist je dat?
In Zweden is ‘jämställd snöröjning’, of ‘gelijkwaardig sneeuwruimen’, een bekend begrip geworden. Sinds 2012 hanteren verschillende gemeenten, waaronder Stockholm, een totaal andere aanpak. In plaats van eerst de rijwegen sneeuwvrij te maken, krijgen voet- en fietspaden prioriteit. De reden hiervoor is dat voetgangers en fietsers een veel groter risico lopen om uit te glijden en zich te bezeren en dat het prioriteren van gemotoriseerd verkeer heel wat andere, soms kwetsbare, groepen in de kou laat staan. Actieve en duurzame verplaatsingen worden zo ook in de winter gestimuleerd.
Ons advies naar overheden:
- Maak net zoals voor andere vervoersmodi een plan op voor de prioritaire voetgangerswegen. Zorg er bij uitzonderlijke weersomstandigheden zelf actief voor dat dit basisnetwerk begaanbaar blijft. Denk hierbij aan hoofdverbindingen tussen openbare diensten en OV-haltes, winkels, een wandelstrook op pleinen, drukke oversteekplaatsen, schoolomgevingen, omgevingen van woonzorgcentra, gevaarlijke voetgangersroutes naast tramlijnen of drukke autowegen, … Zet dit basisnetwerk hoog op de prioriteitenlijst.
- Bepaal waar er regelmatig overlast is door bladeren en ruim hier vaker. Plaatsen met veel bomen of met een verhoogd gevaar voor valongelukken door gladheid of niveauverschillen vereisen extra aandacht.
- Mobiliseer en ondersteun burgers om te helpen. Zorg voor duidelijke communicatie en herhalingen stel materiaal ter beschikking zoals zand, zout, bladkorven, sneeuwschoppen, … Doe een oproep naar vrijwilligers die het voetgangersnetwerk willen helpen vrijmaken. Laat je inspireren door bestaande communicatiekanalen en initiatieven als Hoplr, Mooimakers, Straatvrijwilligers, of andere.
- Zorg voor een eenvoudige en gratis dienstverlening voor wie zelf niet kan ruimen. Idealiter moet men zich slechts één keer registreren voor het hele seizoen. De gemeente kan dan anticiperen bij weersvoorspellingen of sneller ingrijpen op het geregistreerde adres. De piek van aanvragen wordt op die manier ook beter gespreid. Zorg ervoor dat aanvragen zowel telefonisch als online kunnen om de digitale kloof te dichten.
Wat kan jij doen?
1. Hou het voetpad voor jouw deur vrij van sneeuw, ijs of bladeren. Zorg voor een begaanbare strook van ten minste 1 m breed. Raadpleeg het politiereglement om de exacte richtlijnen te kennen.
2. Strooi preventief (keuken)zout, zand of houtschaafsel. Let op met zout in de buurt van planten en bomen! Veeg of schep sneeuw, ijs en bladeren weg. Doe bladeren in de groencontainer of gooi ze in je tuin of op een stuk openbaar groen. Sneeuw veeg je best naar de kant, zodat het niet in de weg ligt. Let op: hou goten, rioolputten en oversteekplaatsen vrij!
3. Help anderen waar mogelijk. Doe eventueel een oproep bij je buren via Hoplr of andere communicatiekanalen. Misschien bestaat er wel een vrijwilligersgroep waarbij je kan aansluiten.
4. Appartement, studentenkot, onderneming, leegstaand pand, …? Zorg dat je weet wie verantwoordelijk is voor het vrijhouden van het voetpand en maak indien nodig duidelijke, schriftelijke afspraken.
5. Draag goede schoenen wanneer het glad is. Zorg voor een zool met meer grip en stap voorzichtig.