Red de voetganger in het bos

Red de voetganger in het bos

– Reactie van Voetgangersbeweging en Wandelsport Vlaanderen op het opiniestuk van Nick Schuermans: ‘Het moment lijkt aangebroken om de logica om te draaien: dat je overal mag fietsen, tenzij expliciet is aangegeven dat het niet mag.

Nick Schuermans, parcoursbouwer en lid van de Mountain Bikers Foundation Vlaanderen, bepleit met opiniestuk ‘Red het bosfietsen!’ in De Morgen op 8 oktober een algemeen toegangsrecht voor fietsers in bossen. Dat mag nu namelijk niet, tenzij anders aangegeven, en hij vindt dat jammer. Volgens hem is er de laatste jaren “enorm veel fietsplezier beknot” doordat steeds meer bospaden bordjes krijgen dat enkel voetgangers er nog welkom zijn. Het kan ook omgekeerd zijn: doordat alsmaar meer mensen de fiets ontdekken, ontstaat de nood om bordjes te plaatsen langs bospaden waar een rustige wandeling of de natuur onder druk staan.

Een bos, en bij uitbreiding een park, is de plek bij uitstek waar je te voet rust kan vinden. Eén van de weinige plekken waar dat kan. Waar je niet voortdurend over je schouder moet kijken of er iemand voorbij wil. Waar je niet constant naar je kinderen moet roepen dat ze “aan de kant!” moeten gaan. Waar je niet eerst links en rechts moet kijken voor je het bospad oversteekt. En waar je naast elkaar kunt wandelen, wat op voetpaden eerder een zeldzaamheid is.

In Vlaanderen hebben alle overheden, van lokaal tot Vlaams, zich de voorbije jaren flink ingespannen om degelijke fietsinfrastructuur te bouwen. De nieuwe fietspaden, fietsstraten, fietszones, fietsbruggen en -tunnels zijn amper bij te houden. Ook in Nationaal Park Hoge Kempen, trouwens, met ‘Fietsen tussen de Mijnterrils’ als nieuwste fietsbeleving. En het stopt niet, gelukkig!

Maar voor voetgangers blijft het stil. Quasi geruisloos verdwijnen voetpaden en worden voetgangers verzocht om hetzelfde stukje weg te gebruiken als de fietser. Want “de ruimte is beperkt”, nietwaar? Dat we daarmee weggebruikers mengen die zich enerzijds aan 5km/u verplaatsen, en anderzijds aan 20 tot 45 km/u, is een aspect dat we negeren. Het is een perspectief dat te vaak vergeten wordt, het gevoel van onveiligheid en gebrek aan comfort waardoor de voetganger soms plaatsen gaat mijden of er zich helemaal niet goed voelt. In gedeelde ruimtes is er vaak een subtiele machtsdynamiek waarin de snellere gebruiker onbedoeld of bewust de dominante partij wordt. Voor fietsers voelt het vaker wel oké aan om de ruimte te delen, al moeten ze daardoor soms voetgangers kruisen of rakelings passeren.

Het pleidooi dat Nick voert voor “openheid, nieuwsgierigheid en traagheid” geldt even hard voor wandelaars. In plaats van dat beide groepen gelijkwaardige toegang krijgen tot de natuur, zouden voetgangers zich steeds meer beperkt voelen in waar ze zich veilig en rustig kunnen bewegen. “Hoffelijkheid” is dan de oplossing die het snelst op tafel ligt. Laat dat nu net moeilijk te sturen of te controleren zijn.

Dat Nick nu pleit om fietsen in bossen overal toe te laten tenzij anders vermeld, is dan ook een fout signaal. Het voorstel lijkt aantrekkelijk vanuit het perspectief van de fietser, maar kan voor voetgangers en natuurgebieden juist nadelig uitpakken. Het omdraaien van de logica legt een onevenredige verantwoordelijkheid bij voetgangers en natuurbeschermers, waarbij de bescherming van rustige en kwetsbare gebieden afhangt van actieve interventie. Terwijl die bescherming juist het uitgangspunt zou moeten zijn.

Als het nodig is om veilige bosroutes voor fietsende scholieren te maken, dan is dat nu perfect mogelijk. Als we een oplossing zoeken om de vogelaar tot bij de schuilhut te krijgen, dan kan dat. En ook tegen nieuwe bewegwijzerde routes voor mountainbikers en gravelbikers geen bezwaar. Maar raak niet in zijn geheel aan de weinige ruimte waar een voetganger zich onbezorgd en ontspannen kan bewegen.